Zoals ik al eerder gemeld heb, houd ik mijn gefietste kilometers voor het werk bij op Fiets naar je werk. Een paar weken terug had ik geschat dat ik de 5000 kilometer zou redden dit jaar. Maar omdat ik 4 dagen niet gefietst heb wegens een portie stevige griep, was ik er niet zo zeker meer van. Dus heb ik de boel nog eens goed nagekeken. Het totale aantal kilometers staat nu op 4911 kilometer. Dat moet dus lukken zou je denken. Alleen zie ik voor de maand december 2 getallen staan: 298 km en 198 km. Ik kan onmogelijk beide afstanden gefietst hebben deze maand. Er zit dus een foutje in de website van "Fiets naar je werk".
Ik heb toen met de hand alle kilometers opgeteld. Ik kom nu niet op 4911 kilometer uit maar op 4787 kilometer. Dat is wel even 124 kilometer verschil.
Ik moet nu nog 213 kilometer om de 5000 kilometer te halen. Dat komt neer op 9 ritjes. Daar ga ik niet aan komen helaas; Tot aan de kerstvakantie zal ik naar schatting nog 7 dagen fietsen met ongeveer 24 kilometer per dag.
Helaas, die 5000 kilometer kan ik dus op m'n buik schrijven. Volgend jaar een nieuwe poging.
donderdag 15 december 2005
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Gewoon op zaterdag een paar keer met ons meegaan. Dan haal je het zo.
Wim
Kan ik doen om de 5000 kilometer vol te maken; geen probleem verder.... maar dat zijn dan geen ritjes voor het werk. Fiets-naar-je-werk draait nu net dáár om.
Mijn streefgetal van 8000 kilometer fietsen totaal in 2005 ga ik helaas ook niet redden. Ik moet nog zo'n 500 kilometer. Voor het werk zal ik nog zo'n 175 kilometer rijden, dus moet ik privé nog 325 kilometer maken. Dat gaat denk ik niet gebeuren. 60 voor de oliebollentocht maakt dat ik dan nog 255 km privé moet maken, dat is 125 km per week extra; dat gaat in deze drukke tijden op het werk niet lukken.
Volgend jaar beter.
En naar aanleiding van m'n vorige posting nu de column van Guus van Holland in de NRC van 15-12-2005:
datum: 15-12-2005 | rubriek: Mensen & bewegen | pagina: 12
Een beetje dom
Guus van Holland
Te veel sporten is niet alleen vermoeiend, maar ook slecht voor de hersenen. Te veel sporten doodt niet alleen de geest, maar tast nota bene het verstandelijk vermogen aan. Geen nieuws, zal de sporthater denken. Luister naar voetballers en andere sportmensen die hun lichaam heilig verklaren en zich fysiek uitputten, en je hoort de domheid uit hun mond spetteren. Die vooringenomenheid heeft nu zowaar bijval gekregen van een wetenschapper. Te veel sporten maakt volgens hem dom.
Vorige week publiceerde Life Science de dissertatie van bioloog Andrew Naylor. Deze onderzoeker, verbonden aan de Sahlgrenska Academie van de universiteit van Gothenburg, kwam tot de conclusie dat alleen gematigde sportbeoefening de hersenen stimuleert, het geheugen versterkt en in staat stelt tot beter leren. Te veel sporten remt daarentegen de aanmaak van nieuwe hersencellen af, zo leerde Naylor uit onderzoeken met ratten in bijvoorbeeld een tredmolen. Te veel, te lang en te intensief sporten veroorzaakt stress. En stress is allerminst gezond voor lichaam en geest.
De tredmolen. Speelt het hele leven zich tegenwoordig niet voornamelijk af in een tredmolen? Doorgaan, oogkleppen voor, niet de tijd nemen, geen rust nemen, want er moet gejaagd èn gescoord worden. Sneller, hoger en sterker. Dat adagium wordt al lang niet meer alleen gehuldigd door topsporters. Het heerst overal. Overal rennen mensen, sloven mensen zich uit. En niemand gaat zich er op termijn beter door voelen. Sterker: de een na de ander valt om, van teleurstelling en vooral van uitputting. Omdat de limiet niet wordt gehaald of omdat lichaam en geest de race in de tredmolen niet meer aankunnen.
Het is in elk bedrijf zoals in een sportschool of fitnesscentrum. Op een kantoor zie je geen mensen tekeergaan op een loopband (de nauwelijks te stoppen tredmolen), een crossmachine of een roei- of fietsergometer. Bijna niets doodt meer de geest dan amechtig doorstomen `met het verstand op nul en de blik op oneindig' of in het ernstigste geval de blik op het beeldschermpje waarop afstand, tijd, snelheid, calorieverbruik en belasting worden weergegeven. Van een fraai uitzicht is geen sprake of het moeten de gespierde en glanzende lijven van de buren op een apparaat zijn. Het gaat om de totale inspanning, de zweetdruppels, de calorieverbranding, het gewichtsverlies en het uithoudingsvermogen vooral de overwinning op jezelf.
Wedstrijden worden er gehouden, serieuze kampioenschappen op fietsergometers en roeimachines. Records dienen gebroken te worden. Met welk doel? Toch niet om lichaam en geest te versterken? Toch vooral om de geest even uit te schakelen? Even niet meer hoeven na te denken, over het leven in de dagelijkse tredmolen en even niet meer hoeven te letten op de klok en het scorebord, de teller van alle inspanningen. Sporten is een vlucht geworden.
Veel fitnesscentra hanteren een puntensysteem. Hoe meer gewicht met armen en met benen wordt getrokken, geduwd en getild, hoe meer punten. Hoe langer, sneller en intensiever wordt gefietst, geroeid en gecrosst, hoe meer punten. De apparaten zijn aangesloten op een computersysteem, zodat zo nauwkeurig mogelijk de prestaties kunnen worden bijgehouden en de punten kunnen worden opgeslagen. Wie aan het einde van de maand een limiet heeft gehaald krijgt een bonus: een handdoek, een shirtje of een flesje met een dorstlesser. Maar bovenal wordt het behaalde puntentotaal gevierd. Een beetje dom. Maar ja, wie zo veel, zo lang en zo intensief sport, weet niet beter. Die wordt vanzelf dom, nietwaar meneer Naylor?
Moraal van dit verhaal: maak je niet druk over die paar km's!
Een reactie posten